Filips van België
Filips van België | ||
---|---|---|
1837 – 1905 | ||
De Graaf van Vlaanderen, door Liéven De Winne
| ||
Graaf van Vlaanderen | ||
Periode | 1840 – 1905 | |
Voorganger | geen | |
Opvolger | Karel van België | |
Geboren | 24 maart 1837 Laken, België | |
Overleden | 17 november 1905 Brussel, België | |
Vader | Leopold I van België | |
Moeder | Louise Marie van Orléans | |
Dynastie | Saksen-Coburg en Gotha | |
Broers/zussen | Lodewijk Filips van België Leopold II van België Charlotte van België Georg von Eppinghoven Arthur von Eppinghoven | |
Partner | Maria van Hohenzollern-Sigmaringen | |
Kinderen | Boudewijn van België Henriëtte van België Josephine Marie van België Josephine Caroline van België Albert I van België | |
Wapen als graaf van Vlaanderen |
Filips Eugenius Ferdinand Maria Clemens Boudewijn Leopold George (Laken, 24 maart 1837 - Brussel, 17 november 1905), kortweg prins Filips, prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg en Gotha en graaf van Vlaanderen, was de derde zoon van koning Leopold I der Belgen en koningin Louise Marie, en de jongere broer van koning Leopold II en de vader van koning Albert I.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Jeugd en opleiding
[bewerken | brontekst bewerken]Filips Eugenius Ferdinand Maria Clemens Boudewijn Leopold George werd geboren in 1837. Hij was de derde zoon van koning Leopold I der Belgen en koningin Louise Marie. Op 14 december 1840 werd de jonge prins de titel 'Graaf van Vlaanderen' toegekend. Op zijn twintigste was hij praktisch doof.[1] In 1862 werd hem de kroon van Griekenland aangeboden, maar die weigerde hij, evenals de hem in 1866 aangeboden kroon van Roemenië. Na het overlijden van zijn neef, kroonprins Leopold in 1869, werd zijn oudste zoon Boudewijn verondersteld zijn broer Leopold II op te volgen. Deze zou echter eveneens te jong sterven. Uiteindelijk zal zijn jongste zoon Albert de Belgische troon bestijgen na de dood van Leopold II.
Huwelijk
[bewerken | brontekst bewerken]Prins Filips erfde van zijn vader een aanzienlijk fortuin en verschillende domeinen, in Zwitserland, Italië, Hongarije en Moravië. Zelf maakte hij geen haast om te trouwen, hij wees een huwelijk met de dochter van de keizer van Brazilië af. Op 25 april 1867 huwde de prins uiteindelijk met prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen, dochter van Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen en zuster van Carol I van Roemenië, de prins die de Roemeense kroon wel aanvaardde. Het huwelijk werd voltrokken in Berlijn. Nadien installeerde het koppel zich in Brussel in het Paleis van de Graaf van Vlaanderen. Ze bouwden ook Kasteel Les Amerois als buitenverblijf bij Bouillon.[2] Daarnaast beschikte het paar nog over verschillende andere verblijven: de Villa Haslihorn aan het Vierwoudstrekenmeer in Centraal-Zwitserland en een jachtverblijf, Postelse Hofstede, dat hij in 1858 had laten bouwen[3] waar hij 4.550 ha gronden bezat (aansluitend bij de Retiese Aart die zijn vader in 1840 had verworven). Filips was in tegenstelling tot zijn broer Leopold een groot liefhebber van de jacht. In 1886 schoot hij twee wolven op zijn domein Les Amerois, maar over het algemeen verkoos hij de jacht op klein wild.[4]
Uit het huwelijk met Maria werden er vijf kinderen geboren:
- Prins Boudewijn (1869-1891);
- Prinses Henriëtte (1870-1948), gehuwd met prins Emanuel van Orléans;
- Prinses Josephine Marie (1870-1871);
- Prinses Josephine Caroline (1872-1958), gehuwd met haar neef prins Karel Anton, zoon van Leopold van Hohenzollern;
- Prins Albert (1875-1934), gehuwd met Elisabeth in Beieren.
Filips overleed op 17 november 1905 te Brussel.
Kwartierstaat
[bewerken | brontekst bewerken] Ernst Frederik van Saksen-Coburg-Saalfeld (1724–1800) | Sofie Antoinette van Brunswijk-Wolfenbüttel (1724-1802) | Hendrik XXIV van Reuss-Ebersdorf (1724-1779) | Caroline Ernestine van Erbach-Schönberg (1727-1796) | Lodewijk Filips II van Orléans (1747-1793) | Louise Marie Adélaïde van Bourbon (1753−1821) | Frans I der Beide Siciliën (1777-1830) | Maria Isabella van Bourbon (1789-1848) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld (1750-1806) | Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein (1757-1831) | Lodewijk Filips I van Frankrijk (1773-1850) | Marie Amélie van Bourbon-Sicilië (1782-1866) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leopold I van België (1790-1865) | Louise Marie van Orléans (1812-1850) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lodewijk Filips van België (1833-1834) | Leopold II van België (1835-1909) | Filips van België (1837-1905) | Charlotte van België (1840–1927) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Damien Bilteryst (2014), Philippe Comte de Flandre, Frère de Léopold II (Bruxelles: Editions Racine), 336 p. ISBN 978-2-87386-894-9
- ↑ (fr) Les inconnus de la dynastie. Le Soir. Gearchiveerd op 25 juni 2022.
- ↑ Pierre De Vuyst, Philippe & Marie, Le Soir Mag, 4542, 10 juli 2019, p. 48-49
- ↑ Postelse Hofstede, Inventaris Bouwkundig Erfgoed Vlaanderen (bezocht op 3 september 2014). Gearchiveerd op 9 maart 2016.
- ↑ Patrick Weber, La chasse, privilège des rois?, in L'Éventail, september 2021, p. 168-169