Kaarman speelde in totaal zeventien interlands (nul doelpunten) voor de nationale ploeg van Estland in de periode 1921–1926. Hij nam met zijn vaderland deel aan de Olympische Spelen in Parijs, en speelde daar in de voorronde tegen de Verenigde Staten. Estland verloor dat duel met 1-0 door een treffer van Andy Straden, waardoor de ploeg onder leiding van de Hongaarse bondscoach Ferenc Kónya naar huis kon.
Van beroep was Kaarman politieman. Na de Russische bezetting van de Baltische staten werd hij door de Sovjet-autoriteiten gearresteerd en naar een werkkamp afgevoerd. Daar werd hij een jaar later geëxecuteerd.