Naar inhoud springen

Heidefamilie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heidefamilie
Lavendelhei (Andromeda polifolia)
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Asteriden
Orde:Ericales
familie
Ericaceae
Juss. (1789)
Blauwe bes (Vaccinium corymbosum)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Heidefamilie op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De heidefamilie (Ericaceae) is een familie van bedektzadige, veelal houtige, maar ook kruidachtige planten. De familie komt wereldwijd voor, maar zelden in tropisch laagland.

De volgende geslachten worden in artikelen behandeld:

En de volgende soorten:

In het APG II-systeem (2003) is de heifamilie uitgebreid door het invoegen van de stofzaadfamilie (Monotropaceae), wintergroenfamilie (Pyrolaceae) en kraaiheifamilie (Empetraceae) die in het Cronquist-systeem (1981) nog als aparte families erkend werden.

De (aldus uitgebreide) familie telt in totaal bijna 4000 soorten in de volgende geslachten: Acrostemon, Acrotriche, Agapetes, Agarista, Allotropa, Andersonia, Andromeda, Aniserica, Anomalanthus, Anthopteropsis, Anthopterus, Arachnocalyx, Arbutus, Archeria, Arctostaphylos, Astroloma, Bejaria, Botryostege, Brachyloma, Bruckenthalia, Bryanthus, Calluna, Calopteryx, Cassiope, Cavendishia, Ceratiola, Ceratostema, Chamaedaphne, Cheilotheca, Chimaphila, Choristemon, Coccosperma, Codonostigma, Coleanthera, Comarostaphylis, Conostephium, Corema, Cosmelia, Costera, Craibiodendron, Cyathodes, Cyathopsis, Daboecia, Decatoca, Demosthenesia, Didonica, Dimorphanthera, Diogenesia, Diplycosia, Disterigma, Dracophyllum, Elliottia, Empetrum, Enkianthus, Epacris, Epigaea, Eremia, Eremiella, Erica, Gaultheria, Gaylussacia, Gonocalyx, Grisebachia, Harrimanella, Hemitomes, Hexastemon, Kalmia, Kalmiopsis, Lateropora, Lebetanthus, Ledothamnus, Lepterica, Leucopogon, Leucothoe, Lissanthe, Lyonia, Lysinema, Macleania, Malea, Melichrus, Menziesia, Mischopleura, Moneses, Monotoca, Monotropa, Monotropastrum, Monotropsis, Mycerinus, Nagelocarpus, Needhamiella, Notopora, Oligarrhena, Oreanthes, Ornithostaphylos, Orthaea, Orthilia, Oxydendrum, Paphia, Pellegrinia, Pentachondra, Phyllodoce, Pieris, Pityopus, Platycalyx, Pleuricospora, Plutarchia, Polyclita, Prionotes, Psammisia, Pseudogonocalyx, Pterospora, Pyrola, Rhododendron, Rhodothamnus, Richea, Rupicola, Rusbya, Sarcodes, Satyria, Scyphogyne, Semiramisia, Siphonandra, Sphenotoma, Sphyrospermum, Sprengelia, Styphelia, Symphysia, Sympieza, Syndesmanthus, Tepuia, Thamnus, Themistoclesia, Therorhodion, Thibaudia, Thoracosperma, Trochocarpa, Utleya, Vaccinium, Woollsia, Zenobia

[bewerken | brontekst bewerken]