Naar inhoud springen

Jozef Habets

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joannes Josephus Habets
Jozef Habets
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een priester
Geboren 27 november 1829
Plaats Oirsbeek
Overleden 22 juni 1893
Plaats Maastricht
Wijdingen
Priester 1856
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Joannes Josephus ("Jozef" of "Jos") Habets (Oirsbeek, 27 november 1829 - Maastricht, 22 juni 1893) was een priester, archivaris, archeoloog en (amateur)historicus in Nederlands-Limburg. Habets wordt beschouwd als een van de grondleggers van de Limburgse archeologie­ en geschiedbeoefening.

Biografische schets

[bewerken | brontekst bewerken]

Jozef Habets werd als oudste van zeven kinderen geboren in het dorp Oirsbeek, dat tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Beekdaelen. Zijn ouders waren de hoofdonderwijzer Jan Mathijs Habets en de uit Hoensbroek afkomstige Maria Catharina Widdershoven. Zijn oom Jan Willem Habets (1801-1876) was in Luik pastoor van de Heilig Kruiskerk en stichtte er de kloostercongregatie Les filles de la Ste Croix. Twee broers van zijn moeder waren kloosterlingen. Jozef groeide op in een milieu waarin onderwijs, wetenschap en religie centraal stonden.[1]

Na zijn opleiding aan het kleinseminarie te Rolduc (1843-52) en het grootseminarie te Roermond (1852-56) werd hij in 1856 tot priester gewijd. Achtereenvolgens was hij kapelaan in Hunsel (1856-59), Bunde (1859-62) en Berg en Terblijt (1862-78). Van 1878 tot 1881 was hij pastoor in Wolder (toen gemeente Oud-Vroenhoven, tegenwoordig een wijk van Maastricht). Gedurende deze periode leidde hij een aantal archeologische opgravingen in de omgeving van Maastricht, onder andere de Romeinse villa's in Meerssen, Valkenburg en Cadier en Keer, en de Romeins-Keltische grafheuvel aan de Bemelergrubbe in Scharn. Opmerkelijk was dat enkele van deze opgravingen gesubsidieerd werden door de Belgische regering.[2] Als streekhistoricus en archeoloog was Habets autodidact. Met name de opgraving van de Romeinse villa Herkenberg (1865) en de Romeinse villa Backerbosch (1879-80) versterkten zijn reputatie als "villa-deskundige" in Limburg.[3] Habets was de eerste die Coriovallum identificeerde met Romeins Heerlen.[4]

Grafsteen van Habets in de Sint Lambertuskerk te Oirsbeek

Van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) was hij in 1862 medeoprichter en vanaf 1866 tot aan zijn dood in 1893 de eerste voorzitter. In deze hoedanigheid redigeerde hij het tijdschrift Publications van het genootschap. Op 14 juni 1880 werd Habets lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam; daarnaast was hij lid van verschillende andere wetenschappelijke genootschappen, onder meer van de Nederlandstalige sectie van de Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique. In 1881 werd hij benoemd tot rijksarchivaris in Limburg, de eerste. Hij bracht een eerste ordening aan in de vele verspreide en versnipperde Limburgse archieven.[4]

Als geestelijke was Habets lange tijd gedesillusioneerd over het uitblijven van zijn benoeming tot pastoor (op 49-jarige leeftijd). Theologisch was hij gematigd liberaal; hij bekritiseerde sterk de autocratische structuur van de 19e-eeuwse katholieke kerk. Bij het overlijden van paus Pius IX uitte hij zich een tegenstander van diens onfeilbaarheidsdogma. De 90-jarige bisschop Paredis van Roermond noemde hij in 1885 "verkinsd" (dement).[5] Met "Holland" had Habets weinig op: het Hollandse platteland en de steden vielen hem in 1869 tegen. Later schreef hij: "Wij zien meer uit naar Luik, Brussel en Antwerpen dan naar het Noorden, van waar ons niets komt dan belastingen en ambtenaren!"[6]

In 1893 overleed Jozef Habets op 63-jarige leeftijd aan een hartkwaal. De uitvaart vond plaats in dezelfde kerk waar hij werd gedoopt, de Sint Lambertuskerk van Oirsbeek. Daar bevindt zich ook zijn graf, in een ruimte onder het altaar.[bron?]

Bij de herdenking van de honderdste sterfdag van Habets vond op 26 juni 1993 in de Sint-Lambertuskerk in Oirsbeek een herdenkingsbijeenkomst plaats, waar de voorzitter van het LGOG een toespraak hield. Een dag later werd te zijner nagedachtenis een plechtige hoogmis gevierd in de Sint-Servaasbasiliek in Maastricht.[7]

In 1998 stelde het LGOG-bestuur de Habetspenning in. Het penningontwerp is van Marijke Cieraad. Als randtekst werd aan de benaming "HABETSPENNING" de Latijnse tekst "VITAM IMPENDERE VERO" (leven voor de waarheid) toegevoegd.[7] De penning is bedoeld voor "een persoon, vereniging, institutie, bedrijf of initiatief binnen of buiten het genootschap [om] erkenning te tonen voor de afronding van een uitzonderlijke activiteit, waarmee de zorg voor het Limburgs erfgoed nieuw elan heeft gekregen". De onderscheiding werd tot nu toe (2021) vijfmaal verleend: dr. Jos Venner (2001; voor de totstandkoming van het Leerboek Limburgse Geschiedenis), drs. Jos Schatorjé (2004; directeur Limburgs Museum, bij zijn ambtsjubileum in 2004), dr. G.H.A. Venner (2010), de redactie van Limburg. Een geschiedenis (2015) en de redactie van Geschiedenis van de literatuur in Limburg (2017).[8]

Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) stelde in 2011 de jaarlijkse Habetslezing in, die de wetenschappelijke bestudering van de Limburgse geschiedenis moet bevorderen. Voor de Habetslezing werden uitgenodigd: Jona Lendering (2011), Peter Raedts (2012), Joep Leerssen (2013), Nico Nelissen (2014), Theo Bovens (2015), Pieter Caljé (2016), Peter Nissen (2017), Louis Berkvens (2018), Mathieu Segers (2019), Hans Renes (2021),[noot 1] Johan Oosterman (2022) en Steven Vanderputten (2023).[10]

In Oirsbeek, Maastricht, Heerlen, Sittard, Schinnen(?) en Berg en Terblijt zijn straten naar Habets vernoemd: Jos Habetsstraat, Jozef Habetsstraat, Pastoor Habetsstraat of Archivaris Habetsstraat.

Habets wordt gekenschetst als een veelschrijver. Hij leverde bijna 400 bijdragen aan het door hem geredigeerde jaarboek van het LGOG, de Publications, evenals aan De Maasgouw.[11] In 1880 beschreef Habets de geschiedenis van Nuth in de publicatie De voormalige Heerlijkheid Nuth.[12] Van de vele andere artikelen en teksten van zijn hand kunnen genoemd worden Een Valkenburgsch Dorp in 1789 (over zijn geboortedorp Oirsbeek; 1889), Levensschets van Egidius Slanghen en Levensbericht van Martinus Joseph Jansen. Zijn hoofdwerk, de Geschiedenis van het bisdom Roermond, vormde voor historici vaak de eerste kennismaking met de Limburgs historie tot de Franse tijd.

Bibliografie (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]

De navolgende lijst bevat alleen de grotere bijdragen (minimaal vijf pagina's) van Habets aan de Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (Publications of PSHAL).[13][14]

  • 1864: 'Chronyk der stad Maastricht en omstreken', in: Publications, jrg. 1 (1864), pp. 70-93
  • 1864: 'Geschiedkundige aanmerkingen nopens de opkomst en den voortgang der stad Maastricht, met voorrede', in: Publications, jrg. 1 (1864), pp. 154-225
  • 1865: 'Opkomst en voortgang der stad Maastricht met geschiedkundige aanteekeningen', in: Publications, jrg. 2 (1865), pp. 3-98
  • 1865: 'Een woord over Wynand van Elsloo en diens wonderbare reis naar Jerusalem, 1180', in: Publications, jrg. 2 (1865), pp. 145-159
  • 1865: 'Kronijkje der stad Roermond beginnende met de komst van keizer Joseph II en eindigende met de troonsbeklimming van Leopold I, koning der Belgen (1781-1831)', in: Publications, jrg. 2 (1865), pp. 370-412
  • 1866: 'Opkomst en voortgang der stad Maastricht met geschiedkundige aanmerkingen (vervolg)', in: Publications, jrg. 3 (1866), pp. 3-40
  • 1866: 'Codex diplomaticus trajectensis', in: Publications, jrg. 3 (1866), pp. 41-52
  • 1866: 'Over den wijnbouw in Nederlandsch en Belgisch Limburg gedurende vroeger eeuwen', in: Publications, jrg. 3 (1866), pp. 380-394
  • 1867: 'Notice sur quelques découvertes d'antiquités dans le duché du Limbourg (3e vervolg)', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 12-24
  • 1867: 'De oude grensscheiding der dorpen Meerssen, Bergh, Heer en Bemelen', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 25-51
  • 1867: 'Een woord over de grafstede der grafelijke familie van Bronckhorst te Gronsfeldt', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 145-153
  • 1867: 'Het vrij dorp Neeritter als eigendom der domkerk van Luik, enz.', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 217-368
  • 1867: 'Tot de geschiedenis van Jan van der Croon', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 154-159
  • 1867: 'Notes sur quelques objets funéraires, d'origine franque, trouvés à Heerlen', in: Publications, jrg. 4 (1867), pp. 471-480
  • 1868: 'Codex diplomaticus mosae-trajectensis (vervolg)', in: Publications, jrg. 5 (1868), pp. 22-78
  • 1868: 'Godfried Henschenius, medestichter der Acta Sanctorum', in: Publications, jrg. 5 (1868), pp. 197-250
  • 1868: 'Bijdrage tot de geschiedenis der heksenprocessen in het Land van Valkenburg', in: Publications, jrg. 5 (1868), pp. 251-262
  • 1868: 'Middeleeuwsche klokken en klokopschriften in het bisdom van Roermond', in: Publications, jrg. 5 (1868), pp. 313-346
  • 1868: 'Exploration d'une villa belgo-romaine au Rondenbosch à Houthem-St.-Gerlach', in: Publications, jrg. 5 (1868), pp. 347-429
  • 1869: 'Houthem-Sint-Gerlach en het adellijk vrouwenstift aldaar', in: Publications, jrg. 6 (1869), pp. 3-253
  • 1869: 'Drie chronijkjes van het Ste Agnetenklooster der orde van den H. Augustinus te Maeseyck, 1430-1589', in: Publications, jrg. 6 (1869), pp. 383-440
  • 1869: 'Bijdragen tot de geschiedenis van de voormalige stad Susteren en van de adellijke vrouwenabdij Sint-Salvator aldaar', in: Publications, jrg. 6 (1869) 441-567
  • 1870: 'Chronijk der landen van Overmaas en der aangrenzende gewesten door eenen inwoner van Beek bij Maastricht', in: Publications, jrg. 7 (1870), pp. 5-232
  • 1870: 'Kluizen en kluizenaars in Limburg', in: Publications, jrg. 7 (1870), pp. 351-362
  • 1870: 'Notice archéologique sur un cachet d'un oculiste romain trouvé à Heerlen', in: Publications, jrg. 7 (1870), pp. 363-386
  • 1870: 'Découverte d'un au tel romain à Kessel près de Ruremonde', in: Publications, jrg. 7 (1870), pp. 387-397
  • 1871: 'De Loonsche leenen in het tegenwoordige hertogdom Limburg', in: Publications, jrg. 8 (1871), pp. 5-160
  • 1871: 'Geschiedkundige aanteekeningen over Simpelveldt en Bocholtz (1155)-1598)', in: Publications, jrg. 8 (1871), pp. 161-180
  • 1871: 'De oude landregten en andere gerechtelijke documenten van het voormalige sticht en rijksvorstendom Thorn', in: Publications, jrg. 8 (1871), pp. 195-297 [met J.B. Sivré]
  • 1871: 'Exploration d'une villa belgo-romaine au Herkenbergh à Meerssen', in: Publications, jrg. 8 (1871), pp. 379-428
  • 1872: 'De laatste vorstin-abdis van het keizerlijk stift Thorn', in: Publications, jrg. 9 (1872), pp. 157-180
  • 1872: 'Over den oorsprong, de regten en den toestand van de abdij en het vorstendom Thorn', in: Publications, jrg. 9 (1872), pp. 181-204
  • 1872: 'Eene pelgrimsreis van Limburgsche edelen naar het Heilig Land in 1450', in: Publications, jrg. 9 (1872), pp. 205-216
  • 1872: 'Memorieboek van het klooster van den H. Hieronymus te Roermond der reguliere kanonniken van den H. Augustinus (1438-1561)', in: Publications, jrg. 9 (1872), pp. 311-342
  • 1873: 'De voormalige heerlijkheid Borgharen, eene bijdrage tot de geschiedenis van het land van Valkenburg', in: Publications, jrg. 10 (1873), pp. 391-549
  • 1874: 'De protestantsche beroerten te Maastricht in 1566 en 1567 verhaald door een tijdgenoot', in: Publications, jrg. 11 (1874), pp. 347-378
  • 1875: 'De echtverbintenis van Maria, een Limburgsch mysteriespel en eene legende uit het begin der XVIde eeuw', in: Publications, jrg. 12 (1875), pp. 127-144
  • 1875: 'Een vijftal stukken betrekkelijk de Hervorming te Weert in 1583-1584', in: Publications, jrg. 12 (1875), pp. 225-248
  • 1875: 'Een viertal oude regtsdocumenten uit het hertogdom Limburg', in: Publications, jrg. 12 (1875), pp. 387-457
  • 1876: 'Notice sur la ci-devant seigneurie de Cadier et le château de Blankenberg', in: Publications, jrg. 13 (1876), pp. 133-168
  • 1876: 'De voormalige heerlijkheid en vesting Stevensweert', in: Publications, jrg. 13 (1876), pp. 281-311
  • 1877: 'Les gouverneurs des duchés de Limbourg et de Gueldre', in: Publications, jrg. 14 (1877), pp. 181-228
  • 1877: 'Généalogie de la famille Stas de Maestricht', in: Publications, jrg. 14 (1877), pp. 236-242
  • 1877: 'Oudheidkundige verzamelingen te Roermond, Venlo en Maastricht in 1848', in: Publications, jrg. 14 (1877), pp. 323-336
  • 1878: 'De wederdoopers te Maastricht tijdens de regeering van keizer Karel V', in: Publications, jrg. 15 (1878), pp. 3-190
  • 1878: 'Aanteekeningen over de opkomst der Hervorming te Susteren en omstreken (1527)-1535)', in: Publications, jrg. 15 (1878), pp. 191-236
  • 1878: 'Uittreksel uit het journaal van den hopman Splinter Helmich betrekkelijk het Overkwartier van Gelderland (1580-1587)', in: Publications, jrg. 15 (1878), pp. 237-
  • 1879: 'Gedenk- en grafschriften in het hertogdom Limburg', in: Publications, jrg. 16 (1879), pp. 251-344
  • 1879: 'Chroniek van het vrouwenklooster in de Oode, later TransCedron te Venlo', in: Publications, jrg. 16 (1879), pp. 427-505
  • 1880: 'Nog eenige bescheiden over het klooster van St. Elisabetsdal', in: Publications, jrg. 17 (1880), pp. 59-65
  • 1880: 'De voormalige heerlijkheid Nuth, eene bijdrage tot de geschiedenis van het land van Valkenburg', in: Publications, jrg. 17 (1880), pp. 69-185
  • 1881: 'Découvertes d'antiquités dans le duché de Limbourg', in: Publications, jrg. 18 (1881), pp. 3-300
  • 1882: 'De legende van het leven en de wonderwerken van den H. Servatius, bisschop van Maastricht, uitgegeven naar een middennederlandsch handschrift', in: Publications, jrg. 19 (1882), pp. 3-84
  • 1882: 'Costumen der vrije heerlijkheid Wittem, 19 (1882)', in: Publications, jrg. pp. 144-177
  • 1882: 'Lettres de Sophie de la Marck, née de Baexem à ses enfants en 1778 et 1779', in: Publications, jrg. 19 (1882), pp. 178-208
  • 1882: 'Fragment généalogique de la noble famille Van der Marck de Baexem', in: Publications, jrg. 19 (1882), pp. 209-213
  • 1882: 'Aanteekeningen op de Maastrichter familie Dolmans', in: Publications, jrg. 19 (1882), pp. 230-249
  • 1884: 'De leenen van Valkenburg', in: Publications, jrg. 21 (1884), pp. 153-441
  • 1885: 'De leenen van Valkenburg (vervolg)', in: Publications, jrg. 22 (1885), pp. 3-394
  • 1886: 'Historische beschrijving der kerk van O.L. Vrouw te Maastricht', in: Publications, jrg. 23 (1886), pp. 325-345
  • 1887: 'Ambtelijke brieven en andere bescheiden over de bokkenrijders in het Staatsch land van Overmaas, 1775-1782', in: Publications, jrg. 24 (1887), pp. 298-408
  • 1888: 'Beknopte geschiedenis van de proostdij van Meerssen', in: Publications, jrg. 25 (1888), pp. 1-160
  • 1888: 'Eenige bijzonderheden omtrent Paulus Chimarrheus, pastoor te Sittard', in: Publications, jrg. 25 (1888), pp. 355-364
  • 1888: 'Chroniek der stad Weert van 1784-1802 geschreven door den ooggetuige Lambertus Goofers', in: Publications, jrg. 25 (1888), pp. 365-410
  • 1888: 'Gevangenneming van Pierre Jean J oseph Bernard Stuers, raad en momboir in het souveraine hof van Gelderland door de Weertenaren in 1789', in: Publications, jrg. 25 (1888), pp. 411-418
  • 1889: 'Een Valkenburgsch dorp in 1789', in: Publications, jrg. 26 (1889), pp. 3-28
  • 1889: 'Chroniek der kerk van Sint Servaas te Maastricht, 1565-1587', in: Publications, jrg. 26 (1889), pp. 68-75
  • 1889: 'Liste des engagères des domaines du Limbourg et des trois pays d'Outremeuse', in: Publications, jrg. 26 (1889), pp. 366-372
  • 1890: 'Ordonnantie der hoofdbank Vleytingen', in: Publications, jrg. 27 (1890), pp. 369-391
  • 1890: 'De landrechten der vrije rijksbaronie Petershem en Lanaken', in: Publications, jrg. 27 (1890), pp. 392-450
  • 1891: 'De Fransche emigranten te Maastricht op het einde der vorige eeuw', in: Publications, jrg. 28 (1891), pp. 133-228
  • 1892: 'Twee historische beschrijvingen der parochiekerk van St. Matthias te Maastricht', in: Publications, jrg. 29 (1892), pp. 375-444
  • 1895: 'Over wegen en gebouwen uit het Romeinsche tijdperk in het hertogdom Limburg', in: Publications, jrg. 32 (1895), pp. 257-261