Khawaja Nazimuddin
Khawaja Nazimuddin | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 19 juli 1894 Dhaka (Brits-Indië) | |||
Overleden | 22 oktober 1964 Dhaka (Pakistan) | |||
Politieke partij | Muslim League | |||
2e premier van Pakistan | ||||
Aangetreden | 17 oktober 1951 | |||
Einde termijn | 17 april 1953 | |||
Voorganger | Liaquat Ali Khan | |||
Opvolger | Muhammad Ali Bogra | |||
Gouverneur-generaal van Pakistan | ||||
Aangetreden | 14 september 1948 | |||
Einde termijn | 17 oktober 1951 | |||
Voorganger | Mohammed Ali Jinnah | |||
Opvolger | Malik Ghulam Muhammad | |||
|
Hajji Sir Khawaja Nazimuddin (Dhaka (Brits-Indië), 19 juli 1894 – Dhaka (stad) (Pakistan), 22 oktober 1964) was een Pakistaans politicus. Hij was Gouverneur-generaal van Pakistan en de tweede premier van het land.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Nazimuddin ontving zijn opleiding in Engeland. Hij studeerde aan Trinity Hall in Cambridge. Hij werd in 1934 ook geridderd. Na zijn terugkeer naar Brits-Indië raakte hij betrokken bij de binnenlandse politiek in de deelstaat Bengalen. Hij werd minister van Onderwijs, en later zelfs de eerste minister van de deelstaat. Ook was hij actief betrokken bij de Moslimliga. Hij was hoofd van de partij voor Oost-India.
Na de vorming van Pakistan en de onverwachte dood van Mohammed Ali Jinnah volgde hij hem op als Gouverneur-generaal van Pakistan. Dit was grotendeels een symbolische functie. De meeste macht ligt bij de premier. Toen Liaquat Ali Khan, de eerste premier van Pakistan, in 1951 werd vermoord volgde Nazimuddin hem op.
Tijdens zijn periode als premier was er sprake tussen een groeiende kloof binnen de Moslimliga tussen groepen uit Punjab en groepen uit Bengalen. Dit waren de grootste etnische groepen, maar beide provincies werden gescheiden door India. Op 21 februari 1952 liep een demonstratie uit de hand en vielen er vele doden doordat de politie schoot op de betogers. De demonstranten wilde dat het Bengaals als taal een officiële status zou krijgen. In zijn periode werd er ook begonnen aan het opstellen van een grondwet om zo een republiek te worden en de status van Dominion te beëindigen. Dit proces zou pas na het vertrek van Nazimuddin voltrokken worden.
In 1953 ontstond er een groeiend verzet tegen de Ahmadiyya-minderheid in het land. Dit is een stroming binnen de Islam, maar wordt door veel moslims niet als zodanig beschouwd. De inzet van het verzet was om volgelingen van het Ahmadiyya-geloof te verwijderen uit bestuurlijke posities. Er braken demonstranten en rellen uit die gericht waren op zowel de regering als de Ahmadiyya-minderheid. Nazimuddin reageerde op de rellen door de gouverneur van Punjab te vervangen, maar de beslissing kon niet overal op steun rekenen.
Ghulam Muhammad, de Gouverneur-Generaal, vroeg Nazimuddin om af te treden. Deze weigerde, maar Muhammad maakte gebruik van zijn bevoegdheid om de premier af te zetten. Het hoofd van de rechterlijke macht die moest instemmen met de afzetting deed dat en schreef vervolgens nieuwe verkiezingen uit. Nazimuddin werd opgevolgd door Muhammad Ali Bogra.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Khawaja Nazimuddin op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.