rijk: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
intens |
k →top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1 |
||
(Een tussenliggende versie door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 148: | Regel 148: | ||
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[{{pn}}en]]|[[{{pn}}je]]|[[{{pn}}jes]]}} |
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[{{pn}}en]]|[[{{pn}}je]]|[[{{pn}}jes]]}} |
||
{{-noun-|nld}} |
{{-noun-|nld}} |
||
{{-l-|n}} |
|||
#{{geopolitiek|nld}} een staat of natie onder het gezag van een vorst of andere heerser |
#{{geopolitiek|nld}} een staat of natie onder het gezag van een vorst of andere heerser |
||
{{bijv-1|Het '''rijk''' van Karel de Grote had geen hoofdstad.}} |
{{bijv-1|Het '''rijk''' van Karel de Grote had geen hoofdstad.}} |
Huidige versie van 16 mrt 2024 om 21:30
- Geluid: rijk (hulp, bestand)
- IPA: / rɛik / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /rɛɪ̯k/, /ræɪ̯k/
- (Vlaanderen, Brabant): /rɛːk/
- (Limburg): /rɛɪ̯k/
- rijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rijk | rijker | rijkst |
verbogen | rijke | rijkere | rijkste |
partitief | rijks | rijkers | - |
- In de betekenis van ‘vermogend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
- Leenwoord uit het Keltisch, in de betekenis van ‘staat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
rijk
- (persoon) veel geld en/of eigendommen hebbend
- overvloedig
- uitgebreid, veelomvattend
- waardevol
- ▸ Als ik de volle maan zie sla ik vreemd genoeg altijd een kruis, kus mijn duim en wijs naar de maan als gebaar van dankbaarheid voor de rijke ervaringen in mijn leven en de mensen om mij heen.[2]
|
- rijkaard, rijkbegaafd, rijkdom, rijke, rijkelijk, rijkgeschakeerd, rijkheid, rijkmaker, rijkman, verrijken
1. veel geld en/of eigendommen hebbend
- jezelf rijk rekenen
denken dat je rijker bent dan je eigenlijk bent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijk | rijken |
verkleinwoord | rijkje | rijkjes |
het rijk o
- (geopolitiek) een staat of natie onder het gezag van een vorst of andere heerser
- Het rijk van Karel de Grote had geen hoofdstad.
- (biologie) een taxon dat bestaat uit een of meer stammen en dat deel uitmaakt van een domein
|
- Van rijkswege
1. een staat of natie onder een vorst of heerser
- Het woord rijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "rijk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geopolitiek in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %