examen: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
*[[rijexamen]], [[schoolexamen]], [[toelatingsexamen]] |
*[[rijexamen]], [[schoolexamen]], [[toelatingsexamen]] |
||
{{-drv-}} |
{{-drv-}} |
||
*[[examenblad]], [[examenbundel]], [[examencommissie]], [[examenjaar]], [[examenonderwerp]], [[examenraad]], [[examenreis]], [[examenrooster]], [[examentijd]], [[examenuitslag]], [[examenwerk]], [[examinator]] |
*[[examenblad]], [[examenbundel]], [[examencommissie]], [[examenjaar]], [[examenonderwerp]], [[examenraad]], [[examenreis]], [[examenrooster]], [[examenstress]], [[examentijd]], [[examenuitslag]], [[examenwerk]], [[examinator]] |
||
{{-drv-}} |
|||
* [[examenstress]] |
|||
{{-expr-}} |
{{-expr-}} |
||
{{expr|op geweest zijn voor een examen|}} |
{{expr|op geweest zijn voor een examen|}} |
Versie van 4 jun 2013 00:43
- exa·men
- Van het Latijnse examen, wat weer teruggaat op het werkwoord examinare.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examen | examens, examina |
verkleinwoord | examentje | examentjes |
examen o
- (onderwijs) een onderzoek naar de kennis of vaardigheden van iemand door middel van ondervraging
- Het examen was behoorlijk moeilijk.
- examenblad, examenbundel, examencommissie, examenjaar, examenonderwerp, examenraad, examenreis, examenrooster, examenstress, examentijd, examenuitslag, examenwerk, examinator
- op geweest zijn voor een examen
1. een onderzoek naar de kennis of vaardigheden van iemand door middel van ondervraging
op geweest zijn voor een examen
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.