Koeweiter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Koeweiter    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkuwɛitər / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈkuʋɛɪ̯tər/, /ˈkuʋæɪ̯tər/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈkuβ̞ɛ:tər/
  • (Limburg): /ˈkuwɛɪ̯tər/

Woordafbreking

• Koe·wei·ter

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Koeweit met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Koeweiter	Koeweiters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Koeweiter m

1. (demoniem) een inwoner van Koeweit, of iemand afkomstig uit Koeweit

Synoniemen

• Koeweiti

Verwante begrippen

Demoniemen bij Koeweit in het Nederlands
inwoner: Koeweiter, Koeweiti • inwoonster: Koeweitse • bijvoeglijk: Koeweits

Gangbaarheid

• Het woord Koeweiter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.