absentia
Uiterlijk
- ab·sen·tia
absentia
- afwezigheid, alleen deel van de vaste verbinding in absentia
- Het woord 'absentia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "absentia" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
absantia v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | absentia | absentiae |
genitief | absentiae | absentiārum |
datief | absentiae | absentiīs |
accusatief | absentiam | absentiās |
ablatief | absentiā | absentiīs |
vocatief | absentia | absentiae |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 56 %
- Prevalentie Vlaanderen 69 %
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 1ste verbuiging in het Latijn