afkluiven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afkluiven    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·klui·ven

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af bw  en  kluiven ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afkluiven 'ɑfklʌʏvə(n)	kloof af klof 'ɑf	afgekloven 'ɑf.xə.klo.və(n)
klasse 2	volledig

Werkwoord

afkluiven

1. overgankelijk door kluiven alle vlees van een bot verwijderen

   • Hij zat met gretigheid alle botjes af te kluiven. 

Vertalingen

    1. door kluiven alle vlees van een bot verwijderen   

Duits: abnagen (de) Engels: gnaw (en)

Frans: ronger (fr) Spaans: roer (es)

Gangbaarheid

• Het woord afkluiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afkluiven" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.