dienstjaar
Uiterlijk
- Geluid: dienstjaar (hulp, bestand)
- dienst·jaar
- samenstelling van dienst en jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstjaar | dienstjaren |
verkleinwoord |
het dienstjaar o
- een jaar dat men in een functie werkt
- Lavrov, die met zijn twaalf dienstjaren bekend staat als een oude rot en een uitstekende diplomaat, maakte korte metten met de claims van de Amerikaanse inlichtingendiensten over Russische inmenging in de VS. De Britse oud-spion Christopher Steele, wiens rapport over Trump’s vermeende Russische connecties en escapades met prostituees vorige week grote ophef veroorzaakte, omschreef hij als een „charlatan”. De claims van de CIA en FBI dat Poetin zelf betrokken zou zijn bij beïnvloedingscampagnes, deed hij af als een „provocatie”.[1]
- het specifieke jaar waarover de werkzaamheid van een instelling zich uitstrekt
1. een jaar dat men in een functie werkt
- Het woord dienstjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dienstjaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Eva Cukier 17 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be