honderdenachtendertig

Nederlands

0	1	3	8

honderdenachtendertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderdenachtendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈɑxtənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·en·acht·en·der·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  achtendertig ht 

Hoofdtelwoord

honderdenachtendertig

1. "138", langere vorm van honderdachtendertig, honderd plus achtendertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft honderdenachtendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenachtendertig. 

Synoniemen

• honderdachtendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenachtendertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderdenachtendertigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdenachtendertig" ht als linkerdeel

• honderdenachtendertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdenachtendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.