houdend

Nederlands

Niet te verwarren met: -houdend

Uitspraak

• Geluid:  houdend    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɦɑʊdənt/

Woordafbreking

• hou·dend

Werkwoord

vervoeging van:	houden
verbogen vorm:	houdende

houdend

1. onvoltooid deelwoord van houden

Hyponiemen

   

aandeelhoudend achterhoudend apotheekhoudend asbesthoudend buitenhoudend cafeïnehoudend dichthoudend drooghoudend goedhoudend kantoorhoudend klaarhoudend kleurhoudend kluithoudend koershoudend metaalhoudend omhoudend onderhoudend opzijhoudend prijshoudend proefhoudend steekhoudend terughoudend toezichthoudend vasthoudend voorraadhoudend vriendhoudend zilverhoudend zinkhoudend zwavelhoudend

Vertalingen

    1.   

Spaans: conteniendo (es), manteniendo (es)

Gangbaarheid

• Het woord houdend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.