interpunctie
Uiterlijk
- Geluid: interpunctie (hulp, bestand)
- IPA: /'ɪntɛrpɵŋktsi/
- in·ter·punc·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘leestekens’ voor het eerst aangetroffen in 1822 [1]
- Afkomstig van het Latijnse interpunctio met het voorvoegsel inter- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interpunctie | interpuncties |
verkleinwoord | interpunctietje | interpunctietjes |
de interpunctie v
- de plaatsing van leestekens in een zin
- De interpunctie in deze zin, bestaande uit twee komma's en een punt, geeft pauzes en einde van de zin aan.
- de leestekens zelf
- Na het tiende woord in deze zin staat een puntkomma; deze behoort tot de interpunctie van deze zin.
- Het woord interpunctie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "interpunctie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "interpunctie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ interpunctie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel inter- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %