inwijze
Uiterlijk
- in·wij·ze
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inwijs met de uitgang -e
inwijze
- verbogen vorm van de stellende trap van inwijs
- Er zijn inwijze mensen, die geen moment hun gedachte afzetten van de bijzonderheid van deze dagen, (...) [1]
- Het woord 'inwijze' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Agnon, S.J."Een herinnering in het boek" in: Nieuw Israelietisch Weekblad jrg. 79 nr. 42 (1 oktober 1948); p. 4 kol. 3; geraadpleegd 2015-07-28