inwisselen
Uiterlijk
- Geluid: inwisselen (hulp, bestand)
- in·wis·se·len
- samenstelling van in en wisselen
inwisselen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inwisselen |
wisselde in |
ingewisseld |
zwak -d | volledig |
- iets ruilen voor iets anders
- Ik heb mijn euro's ingewisseld voor dollars
- iemand inwisselen voor iemand anders
- Aan de grens werden de gevangenen ingewisseld voor de spionnen.
- Het resultaat van zoveel onderscheidingswoede is paradoxaal genoeg eigenlijk dat de slogans volstrekt inwisselbaar zijn geworden. Een lekker inclusieve spreuk als ‘Tourism for everybody’ bijvoorbeeld, daarmee kan Indonesië zich net zo goed profileren als Jamaica. En ook bij ‘Simply Beautiful’ is niet direct duidelijk over welk eenvoudigweg beeldschoon stukje wereld het gaat. Maar ach: misschien is dat ook wel precies de bedoeling. Om de generieke toerist aan te trekken kun je wellicht maar beter niet te veel afwijken. [2]
- omwisselen, uitwisselen, verruilen, inruilen, converteren, wisselen, ruilen, omruilen, omzetten, vervangen
- Het woord inwisselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inwisselen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Clara van de Wiel 27 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %