omspeller
Uiterlijk
- om·spel·ler
- naamwoord van handeling van omspellen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omspeller | omspellers |
verkleinwoord |
de omspeller m
- (taalkunde) computerprogramma dat een tekst omzet naar de nieuwe spelling als er een spellingshervorming is geweest
- ▸ De omspeller – een speeltje van de Taalunie – komt voor twee edities van de krant De Standaard tot één wijziging op zo'n 2700 woorden. Dat zou verwaarloosbaar zijn. Dezelfde omspeller signaleert in het artikeltje dat u nu aan het lezen bent, twee woorden die moeten worden omgespeld.[1]
- Het woord omspeller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Willy Smedts“Omspeller (woord vooraf)” (2006), Mededelingenblad van de Leuvense Germanisten