prijzig
Uiterlijk
- prij·zig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prijzig | prijziger | prijzigst |
verbogen | prijzige | prijzigere | prijzigste |
partitief | prijzigs | prijzigers | - |
prijzig
- van iets dat het (te) duur is, dat het (te) veel geld kost
- Dat was een heel prijzige vergissing.
- ▸ De reiskosten waren in mijn geval ook best prijzig, aangezien ik vanuit Nederland naar San Diego moest vliegen (en terug vanaf Seattle), wat rond de 700 euro kostte.[1]
- Het woord prijzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prijzig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be