Naar inhoud springen

priori

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: priorij


  • pri·o·ri

priori

  1. alleen als deel van de uitdrukking: a priori
74 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]


priōrī

  1. datief mannelijk enkelvoud van prior
  2. datief vrouwelijk enkelvoud van prior
  3. datief onzijdig enkelvoud van prior