radvormig
Uiterlijk
- rad·vor·mig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | radvormig | radvormiger | radvormigst |
verbogen | radvormige | radvormigere | radvormigste |
partitief | radvormigs | radvormigers | - |
radvormig
- vorm van een rad hebbend
- Ik kocht voor mijn vrouw een collier van Blauw Agaat van A-1 kwailiteit bestaande uit -38- parels, die radvormig zijn geslepen.
- Het woord 'radvormig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radvormig" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be