stortbad
Uiterlijk
- stort·bad
- samenstelling van stort en bad [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stortbad | stortbaden |
verkleinwoord | stortbadje | stortbadjes |
het stortbad o
- douche
- Na het fietsen nam de man een verkwikkend stortbad.
- Het woord stortbad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stortbad" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be