topbestuurder
Uiterlijk
- top·be·stuur·der
- samenstelling van top ww en bestuurder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | topbestuurder | topbestuurders |
verkleinwoord | topbestuurdertje | topbestuurdertjes |
de topbestuurder m
- Bestuurder aan de top van een bedrijf of organisatie.
- Topbestuurders die het land willen verlaten omdat ze hier niet genoeg verdienen worden door ons gratis naar Schiphol gebracht [1]
- Het woord topbestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.