uitknippen
Uiterlijk
- Geluid: uitknippen (hulp, bestand)
- uit·knip·pen
- samenstelling van uit en knippen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitknippen |
knipte uit |
uitgeknipt |
zwak -t | volledig |
- met een schaar een figuur uit een bladpapier halen
- Het is wel een ongemak voor lezers die graag artikelen uitknippen. En die zijn er zeker (de gemiddelde leeftijd van de NRC Handelsblad-abonnee ligt flink boven de vijftig). Trouwe lezers, weet ik van huisbezoek, hebben vaak nog de spreekwoordelijke fruitmand met knipsels, al dan niet in rood geannoteerd. [3]
- het elektrische licht met een schakelaar uitdoen
- een kaars door knippen doven
- [2] uitdoen, uitschakelen
- [2] aanknippen
1.
- Het woord uitknippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitknippen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sjoerd de Jong 7 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %