uitwerpen
Uiterlijk
- uit·wer·pen
- samenstelling van uit bw en werpen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitwerpen |
wierp uit |
uitgeworpen |
klasse 3 | volledig |
uitwerpen
- overgankelijk met kracht naar buiten brengen
- De vulkaan wierp grote hoeveelheden puin uit.
- overgankelijk overboord gooien
- Zij wierpen het anker van het schip uit.
- overgankelijk, (sport) met een worp buiten de grenzen van het speelveld brengen
- Die bal werd uitgeworpen.
1. naar buiten werpen
- Het woord uitwerpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitwerpen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %