vedgå

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈʋeːdgoː/

Woordafbreking

• ved·gå

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Deense werkwoord gå met het voorvoegsel ved-.

stamtijd
onbepaalde wijs	tegenwoordige tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
vedgå	vedgår	vedgik	vedgået
	volledig

Werkwoord

vedgå

1. bekennen, erkennen, opbiechten,toegeven
2. (juridisch) aanvaarden, erkennen
3. aangaan

Synoniemen

• [1]: indrømme
• [1]: tilstå
• [1]: være ved
• [2]: anerkende
• [3]: angå
• [3]: vedkomme
• [3]: vedrøre

Werkwoord

vedgå

1. gebiedende wijs van vedgå

Verwijzingen

• vedgå in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈʋeːdgoː/

Woordafbreking

• ved·gå

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Noorse werkwoord gå met het voorvoegsel ved-.

Naar frequentie	> 50000

vervoeging
onbepaalde wijs	vedgå
tegenwoordige tijd	vedgår
verleden tijd	vedgikk
voltooid deelwoord	vedgått
onvoltooid deelwoord	vedgående
lijdende vorm	vedgås vedgåes
gebiedende wijs	vedgå
vervoegingsklasse	onregelmatig
opmerking

Werkwoord

vedgå

1. overgankelijk bekennen, erkennen, opbiechten,toegeven
2. overgankelijk aangaan

Synoniemen

• [1]: innrømme
• [1]: tilstå
• [2]: vedkomme

Werkwoord

vedgå

1. gebiedende wijs van vedgå

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈʋeːdgoː/

Woordafbreking

• ved·gå

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Nynorske werkwoord gå met het voorvoegsel ved-.

vervoeging
onbepaalde wijs	vedgå
tegenwoordige tijd	vedgår
verleden tijd	vedgjekk
voltooid deelwoord	vedgått
onvoltooid deelwoord	vedgåande
lijdende vorm	vedgåast
gebiedende wijs	vedgå
vervoegingsklasse	onregelmatig
opmerking

Werkwoord

vedgå

1. overgankelijk bekennen, erkennen, opbiechten,toegeven

Synoniemen

• erkjenne
• medgi
• medgje
• medgjeve
• tilstå

Werkwoord

vedgå

1. gebiedende wijs van vedgå