De Spaanse Grand Prix, voor het eerst op het nieuwe, permanente circuit van Jarama, werd onder slechte weersomstandigheden verreden. Toen de 50cc-klasse 's morgens op negen uur het spits afbeet, waren er niet meer dan 100 toeschouwers.
In Spanje maakte Giacomo Agostini het nog even spannend door een zeer slechte start. Angelo Bergamonti was met de Paton al bijna uit zicht toen de MV Agusta eindelijk aansloeg. Bergamonti werd opgejaagd door Kel Carruthers met een opgeboorde Aermacchi Ala d'Oro 350, tot die van de baan gleed. Door zijn val viel ook Agostini, die hem juist wilde inhalen, maar die kon zijn race weer vervolgen en reed ongeveer drie seconden per ronden sneller dan Bergamonti. Uiteindelijk had Ago aan de finish al meer dan een halve minuut voorsprong, terwijl Bergamonti nog net zijn tweede plaats kon vasthouden vóór Ginger Molloy (Bultaco).
Na de val van Renzo Pasolini (Benelli) in de 250cc-race in Spanje, waardoor hij de rest van de dag rust moest nemen, was de enige gevaarlijke concurrent van Giacomo Agostini met de MV Agusta weggevallen. Daarom bleef de nieuwe 350cc-zescilinder op stal. Agostini had inderdaad geen kind aan de concurrentie. Hij was duidelijk veel sneller dan de rest en won met 1 minuut en 39 seconden voorsprong op Kel Carruthers (Aermacchi) en Giuseppe Visenzi (Yamaha). Bill Ivy kreeg pech met zijn Jawa V4, die veel te heet werd en daardoor uitviel.
In de training van de 250cc-klasse in Spanje was gebleken dat Santiago Herrero met de simpele eencilinder Ossa een fractie sneller was dan Renzo Pasolini met de Benelli 250 4C-viercilinder. Herrero nam ook de leiding in de race, maar werd bijgehaald en na enkele ronden gepasseerd door Pasolini. Tijdens hun tweestrijd raakten de machines elkaar even waardoor Pasolini zijn motorfiets plat moest gooien om te voorkomen dat hij in de vangrail terechtkwam. Dat besliste de 250cc-race want Kent Andersson (Yamaha) had bij de finish 25 seconden achterstand en hij werd tweede vóór Börje Jansson die op 44 seconden derde werd met zijn Yamaha met Kawasaki-frame. Pasolini kon de rest van de dag niet meer starten.
In de eerste race in Spanje had Cees van Dongen met zijn ex- fabrieks-Suzuki RT 67 veel last in de trainingen gehad door schakelproblemen. Hij haalde 's avonds het blok uit elkaar en ontdekte bramen op enkele tandwielen die hij hierdoor tijdig kon repareren. Hij stond wel op de voorste startrij. Hij startte als snelste, maar werd al in de eerste ronde ingehaald door Salvador Cañellas, die onverwacht een ex-fabrieks-Yamaha RA 31 had gekregen. Hij viel echter in de tweede ronde al uit. Van Dongen liep daarna ver uit op de rest van het veld en won onbedreigd. Dit was de tweede Nederlandse overwinning van de dag (na Aalt Toersen in de 50cc-race). Kent Andersson (Maico) werd op bijna 1½ minuut tweede en Walter Villa (Moto Villa) werd derde.
Al tijdens de training van de 50cc-klasse in Spanje was duidelijk dat drie rijders ver boven de rest uit staken: Aalt Toersen met de Van Veen-Kreidler, Barry Smith met de Derbi en Jan de Vries, ook met een Van Veen-Kreidler. Toersen startte als snelste in de natte race maar kreeg al snel gezelschap van Santiago Herrero (Derbi). De Vries kreeg al snel een grote achterstand maar lag toch nog derde, op kop van een flinke groep achtervolgers. Toersen en Herrero maakten er vijf ronden lang een spannende race van, maar toen viel Herrero. Smith wist op de tweede plaats te komen maar viel in zijn drang om Toersen te bereiken. Om de Spaanse eer te redden moest Ángel Nieto enorme risico's nemen. Hij wist de tweede plaats te bereiken. Jan de Vries reed op safe en hield de derde plaats vast. Paul Lodewijkx was toen al uitgevallen met een slecht lopende motor. Hij moest de Jamathi uit 1968 gebruiken omdat zijn nieuwe machine nog niet klaar was. Maar het Nederlandse succes was met drie podiumplaatsen enorm, vooral omdat de tribune op dat moment (tussen 9 en 10 uur 's ochtends) vrijwel uitsluitend bevolkt was door een honderdtal Nederlanders die met een chartervlucht, georganiseerd door het Motor Racing Team Nederland (MRTN) naar Jarama waren gekomen.